soupeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  soupeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sou·peer

Werkwoord

vervoeging van
souperen

soupeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souperen
    • Ik soupeer. 
  2. gebiedende wijs van souperen
    • Soupeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souperen
    • Soupeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord soupeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.