spaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spaar

Werkwoord

vervoeging van
sparen

spaar

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sparen
    • Ik spaar. 
  2. gebiedende wijs van sparen
    • Spaar! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sparen
    • Spaar je? 

Gangbaarheid

  • Het woord spaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.