spiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spiek

Werkwoord

vervoeging van
spieken

spiek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spieken
    • Ik spiek. 
  2. gebiedende wijs van spieken
    • Spiek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spieken
    • Spiek je? 

Gangbaarheid

  • Het woord spiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.