splitste af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: splitste af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- splitsĀ·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afsplitsen |
splitste af
- enkelvoud verleden tijd van afsplitsen
- Ik splitste af.
- Jij splitste af.
- Hij, zij, het splitste af.
- Ik splitste af.
Gangbaarheid
- Het woord splitste af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.