sprankelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sprankelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spran·kelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sprankelen |
sprankelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprankelen
- Jij sprankelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sprankelen
- Hij sprankelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sprankelen
- Sprankelt!
Gangbaarheid
- Het woord sprankelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.