stationeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stationeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sta·ti·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stationeren |
stationeerde
- enkelvoud verleden tijd van stationeren
- Ik stationeerde.
- Jij stationeerde.
- Hij, zij, het stationeerde.
- Ik stationeerde.
Gangbaarheid
- Het woord stationeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.