stationeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stationeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sta·ti·o·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
stationeren

stationeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van stationeren
    • Ik stationeerde. 
    • Jij stationeerde. 
    • Hij, zij, het stationeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord stationeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.