stoepte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stoepte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stoep·te

Werkwoord

vervoeging van
stoepen

stoepte

  1. enkelvoud verleden tijd van stoepen
    • Ik stoepte. 
    • Jij stoepte. 
    • Hij, zij, het stoepte. 

Gangbaarheid

  • Het woord stoepte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.