stormloopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stormloopt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • storm·loopt

Werkwoord

vervoeging van
stormlopen

stormloopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
    • ... dat jij stormloopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
    • ... dat hij stormloopt. 

Gangbaarheid

  • Het woord stormloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.