stribbelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stribbelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stribĀ·belt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stribbelen |
stribbelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stribbelen
- Jij stribbelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stribbelen
- Hij stribbelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stribbelen
- Stribbelt!
Gangbaarheid
- Het woord stribbelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.