sueerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sueerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- su·eerde
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sueren |
sueerde
- enkelvoud verleden tijd van sueren
- Ik sueerde.
- Jij sueerde.
- Hij, zij, het sueerde.
- Ik sueerde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.