sufragar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sufragar
sufragaba
sufragado
volledig

Werkwoord

sufragar

  • overgankelijk
  1. helpen, bijstaan, begunstigen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.