superponeerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  superponeerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • su·per·po·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
superponeren

superponeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van superponeren
    • Ik superponeerde. 
    • Jij superponeerde. 
    • Hij, zij, het superponeerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord superponeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.