surfplankje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  surfplankje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • surf·plank·je

Zelfstandig naamwoord

hetsurfplankjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord surfplank

Gangbaarheid

  • Het woord surfplankje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.