surft

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  surft    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • surft

Werkwoord

vervoeging van
surfen

surft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surfen
    • Jij surft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van surfen
    • Hij surft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van surfen
    • Surft! 

Gangbaarheid

  • Het woord surft staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.