tandenknarste
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tandenknarste (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tan·den·knars·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tandenknarsen |
tandenknarste
- enkelvoud verleden tijd van tandenknarsen
- Ik tandenknarste.
- Jij tandenknarste.
- Hij, zij, het tandenknarste.
- Ik tandenknarste.
Gangbaarheid
- Het woord tandenknarste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.