tangolesje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tangolesje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɑŋɡoˌlɛʃə/
Woordafbreking
  • tan·go·les·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hettangolesjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tangoles

Gangbaarheid

  • Het woord 'tangolesje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.