tengelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tengelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ten·gel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tengelen |
tengelde
- enkelvoud verleden tijd van tengelen
- Ik tengelde.
- Jij tengelde.
- Hij, zij, het tengelde.
- Ik tengelde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.