tengelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tengelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ten·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
tengelen

tengelde

  1. enkelvoud verleden tijd van tengelen
    • Ik tengelde. 
    • Jij tengelde. 
    • Hij, zij, het tengelde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.