tenir

Catalaans

Uitspraak
  • IPA: /təˈni/, /teˈni/
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tinc tenia tingut
3e vervoeging volledig onregelmatig

Werkwoord

tenir

  1. hebben, bezitten
    « les mans grans.»
    Hij heeft grote handen.
  2. vasthouden
Opmerkingen

Als hulpwerkwoord voor het vormen van de voltooide tijd wordt haver gebruikt.


Frans

Uitspraak
  • IPA: /təniʁ/
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tenir
tenais
tenu
volledig

Werkwoord

tenir

  1. overgankelijk vasthouden
  2. wederkerend zich gedragen
    «Tiens-toi bien.»
    Gedraag je.
  3. wederkerend blijven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.