teruglacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teruglacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·lacht

Werkwoord

vervoeging van
teruglachen

teruglacht

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teruglachen
    • ... dat jij teruglacht. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van teruglachen
    • ... dat hij teruglacht. 

Gangbaarheid

  • Het woord teruglacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.