terugreisde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugreisde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·reis·de

Werkwoord

vervoeging van
terugreizen

terugreisde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugreizen
    • ... dat ik terugreisde. 
    • ... dat jij terugreisde. 
    • ... dat hij, zij, het terugreisde. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugreisde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.