terugschrok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugschrok    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·schrok

Werkwoord

vervoeging van
terugschrikken

terugschrok

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugschrikken
    • ... dat ik terugschrok. 
    • ... dat jij terugschrok. 
    • ... dat hij, zij, het terugschrok. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord terugschrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.