terugverhuist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugverhuist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·ver·huist

Werkwoord

vervoeging van
terugverhuizen

terugverhuist

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverhuizen
    • ... dat jij terugverhuist. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugverhuizen
    • ... dat hij terugverhuist. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugverhuist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.