terugvlogen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugvlogen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·vlo·gen

Werkwoord

vervoeging van
terugvliegen

terugvlogen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van terugvliegen
    • ...dat wij terugvlogen. 
    • ...dat jullie terugvlogen. 
    • ...dat zij terugvlogen. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugvlogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.