terugzeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugzeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·zeg

Werkwoord

vervoeging van
terugzeggen

terugzeg

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzeggen
    • ... dat ik terugzeg. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugzeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.