thuisbleven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  thuisbleven    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • thuis·ble·ven

Werkwoord

vervoeging van
thuisblijven

thuisbleven

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van thuisblijven
    • ...dat wij thuisbleven. 
    • ...dat jullie thuisbleven. 
    • ...dat zij thuisbleven. 

Gangbaarheid

  • Het woord thuisbleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.