thuisbrachten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: thuisbrachten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- thuis·brach·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
thuisbrengen |
thuisbrachten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van thuisbrengen
- ...dat wij thuisbrachten.
- ...dat jullie thuisbrachten.
- ...dat zij thuisbrachten.
- ...dat wij thuisbrachten.
Gangbaarheid
- Het woord thuisbrachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.