toets in

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toets in    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtuts ˈɪn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • toets in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
intoetsen

toets (…) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intoetsen
    • Ik toets in. 
  2. gebiedende wijs van intoetsen
    • Toets in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van intoetsen
    • Toets je in? 

Gangbaarheid

  • Het woord toets in staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.