toupeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toupeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tou·peer

Werkwoord

vervoeging van
touperen

toupeer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van touperen
    • Ik toupeer. 
  2. gebiedende wijs van touperen
    • Toupeer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van touperen
    • Toupeer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord toupeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.