trainde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trainde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trainĀ·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trainen |
trainde
- enkelvoud verleden tijd van trainen
- Ik trainde.
- Jij trainde.
- Hij, zij, het trainde.
- Ik trainde.
Gangbaarheid
- Het woord trainde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.