trainingsweekends

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trainingsweekends    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trai·nings·week·ends

Zelfstandig naamwoord

detrainingsweekendsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trainingsweekend

Gangbaarheid

  • Het woord trainingsweekends staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.