trakteer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trakteer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trak·teer

Werkwoord

vervoeging van
trakteren

trakteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trakteren
    • Ik trakteer. 
  2. gebiedende wijs van trakteren
    • Trakteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trakteren
    • Trakteer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord trakteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.