trame
Niet te verwarren met: tramé |
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tramer |
trame
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van tramer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van tramer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van tramer
Anagrammen
- armet, marte, mater, mâter, tréma
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tramar |
trame
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
Anagrammen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.