tramemos

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tramar

tramemos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tramar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.