transmuteerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  transmuteerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trans·mu·teer·de

Werkwoord

vervoeging van
transmuteren

transmuteerde

  1. enkelvoud verleden tijd van transmuteren
    • Ik transmuteerde. 
    • Jij transmuteerde. 
    • Hij, zij, het transmuteerde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.