transplanteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: transplanteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trans·plan·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
transplanteren |
transplanteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van transplanteren
- Jij transplanteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van transplanteren
- Hij transplanteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van transplanteren
- Transplanteert!
Gangbaarheid
- Het woord transplanteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.