trepaneerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trepaneerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tre·pa·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
trepaneren

trepaneerde

  1. enkelvoud verleden tijd van trepaneren
    • Ik trepaneerde. 
    • Jij trepaneerde. 
    • Hij, zij, het trepaneerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord trepaneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.