trinken

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  trinken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʁɪŋkn̩/
  • Geluid:  trinken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtʁɪŋkŋ̩/
Woordafbreking
  • trin·ken
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trinken
/ˈtʀɪŋkən/
trank
/ˈtʀaŋk/
getrunken
/gəˈtʀʊŋkən/
volledig

Werkwoord

trinken

  1. drinken
    «Gestern habe ich zu viel getrunken
    Gisteren heb ik te veel gedronken.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.