tritureer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tritureer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tri·tu·reer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tritureren |
tritureer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tritureren
- Ik tritureer.
- gebiedende wijs van tritureren
- Tritureer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tritureren
- Tritureer je?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.