trok weg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trok weg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trok weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegtrekken

trok weg

  1. enkelvoud verleden tijd van wegtrekken
    • Ik trok weg. 
    • Jij trok weg. 
    • Hij, zij, het trok weg. 

Gangbaarheid

  • Het woord trok weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.