trompte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trompte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tromp·te

Werkwoord

vervoeging van
trompen

trompte

  1. enkelvoud verleden tijd van trompen
    • Ik trompte. 
    • Jij trompte. 
    • Hij, zij, het trompte. 

Gangbaarheid

  • Het woord trompte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.