trost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trost    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trost

Werkwoord

vervoeging van
trossen

trost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trossen
    • Jij trost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trossen
    • Hij trost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van trossen
    • Trost! 

Gangbaarheid

  • Het woord trost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.