trouwden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trouw·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trouwen |
trouwden
- meervoud verleden tijd van trouwen
- Wij trouwden.
- Jullie trouwden.
- Zij trouwden.
- Wij trouwden.
Gangbaarheid
- Het woord trouwden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.