trouwhoedje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trouwhoedje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trouw·hoed·je
Zelfstandig naamwoord
het trouwhoedje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trouwhoed
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.