trouwhoedje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trouwhoedje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • trouw·hoed·je

Zelfstandig naamwoord

hettrouwhoedjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trouwhoed
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.