tuchtigt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuchtigt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tuch·tigt

Werkwoord

vervoeging van
tuchtigen

tuchtigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuchtigen
    • Jij tuchtigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tuchtigen
    • Hij tuchtigt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tuchtigen
    • Tuchtigt! 

Gangbaarheid

  • Het woord tuchtigt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.