ufiskers

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʉfiskəɾʃ /
Woordafbreking
  • ufis·kers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

ufiskers

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van ufisk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.