uitbatertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbatertje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·ba·ter·tje
Zelfstandig naamwoord
het uitbatertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uitbater
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.