uitbliezen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbliezen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uitĀ·blieĀ·zen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitblazen |
uitbliezen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitblazen
- ...dat wij uitbliezen.
- ...dat jullie uitbliezen.
- ...dat zij uitbliezen.
- ...dat wij uitbliezen.
Gangbaarheid
- Het woord uitbliezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.