uitbouwt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitbouwt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·bouwt

Werkwoord

vervoeging van
uitbouwen

uitbouwt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbouwen
    • ... dat jij uitbouwt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbouwen
    • ... dat hij uitbouwt. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitbouwt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.