uitbreidden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitbreidden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uitĀ·breidĀ·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitbreiden |
uitbreidden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitbreiden
- ...dat wij uitbreidden.
- ...dat jullie uitbreidden.
- ...dat zij uitbreidden.
- ...dat wij uitbreidden.
Gangbaarheid
- Het woord uitbreidden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.