uitdaag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitdaag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·daag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitdagen |
uitdaag
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdagen
- ... dat ik uitdaag.
Gangbaarheid
- Het woord uitdaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.